- Centrale banken geven duidelijke signalen dat de er renteverlagingen aankomen.
- De vraag is we hoe vaak de rente omlaag gaat en in welk tempo.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem laten zien wat de verschillen zijn tussen de VS en Europa.
ANALYSE – Financiële markten zijn de schrik van begin augustus te boven gekomen. Het herstel op de beurs van de afgelopen weken laat zien dat beleggers het zogenoemde Goldilocks-scenario weer uit de kast hebben gehaald: de hoop is gevestigd op een zachte landing van de economie, terwijl ook de inflatie verder afkoelt.
Wat betreft het vermijden van een recessie lijken beleggers in ieder geval steun te krijgen van centrale banken, die het roer hebben omgegooid. Hoewel de inflatie nog niet echt onder controle is, staan de Federal Reserve en de ECB klaar om het monetaire beleid te versoepelen.
Voor Europa is een verdere verlaging van de beleidsrente, na de eerste stap van afgelopen juni, niet heel gek. De economie van de eurozone is allesbehalve aan het schitteren en vooral de industrie staat onder druk, terwijl de dienstensector wat kleur op de wangen geeft.
Belangrijk hierbij is dat de inflatie in de eurozone sneller daalt dan in de VS, ook al zijn we in Europa nog niet bij de doelstelling van 2 procent inflatie. Wellicht dat de beleidsmakers van de ECB daar toch iets minder zwaar aan hechten, met het oog op het voorkomen van een zwaardere economische terugval.
In de VS is het niet veel anders: de Amerikaanse draait economie wat beter, maar net als in Europa ligt de industrie op zijn gat en is het de dienstensector die voor de groei zorgt. Echter, in de VS is de (kern)inflatie wat taaier en ligt de inflatie van bijna 3 procent nog een stuk verder boven de doelstelling van 2 procent.
Toch zei voorzitter Jerome Powell van de Amerikaanse centrale bank vrijdag bij het symposium in Jackson Hole “dat de tijd is gekomen om het monetaire beleid aan te passen”. De Federal Reserve wil geen verdere afkoeling van de arbeidsmarkt en "is daar ook niet blij mee", zei Powell in zijn speech.
De Amerikaanse centrale bank sorteert dus voor op renteverlagingen, maar de vraag is hoe snel en hoe scherp de rente verlaagd kan worden, zonder dat de inflatie toch weer aanwakkert. Powell herhaalde vrijdag in dit verband de mantra dat de timing en het tempo van de renteverlagingen zullen afhangen van nieuwe economische data. Voor de VS betekent dit dat vooral de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt scherp in de gaten worden gehouden.
Op de achtergrond speelt ook mee wie de Amerikaanse presidentsverkiezingen wint. Kijk je naar de plannen van Donald Trump om onder meer hogere invoerheffingen door te voeren, dan kan dat inflatoir werken. Aan de andere kant: als Kamala Harris het beleid van Joe Biden voortzet om flinke subsidies voor vergroening van de economie te verstrekken, kan dat eveneens een inflatoire impuls geven.
Hoe dan ook, het lijk erop dat beide partijen een beroep blijven doen op de schatkist en dat het probleem van de groeiende staatsschuld in de VS niet serieus aangepakt gaat worden door een van beide kandidaten.
Wij houden er vooralsnog rekening mee dat de Federal Reserve de beleidsrente dit jaar één tot twee verlaagt. Onze inschatting is dat de centrale bank hierbij stilzwijgend accepteert dat de inflatie op korte termijn hoger blijft dan de doelstelling van 2 procent.
Mocht Amerikaanse economie toch een flinke klap krijgen, dan is de kans groot dat de Fed de rente sterker verlaagt. Een prettige bijkomstige factor is dan wel dat de inflatie makkelijker richting het gewenste niveau kan zakken door de druk op de economie.
Amerikaanse economie draait minder goed dan voorgespiegeld
Trouwe lezers zullen niet hebben opgekeken van het nieuws dat deze week voorbijkwam over de Amerikaanse banenmarkt: de toename van het aantal banen tussen april 2023 en maart 2024 bleek ruim 800.000 te zijn overschat, zo meldde het Amerikaanse ministerie van Arbeid.
We hebben de afgelopen tijd regelmatig gewezen op discrepanties in Amerikaanse arbeidsmarktcijfers en dat is nu terug te zien in de forse neerwaartse bijstelling van de banengroei achteraf.
In de grafiek hieronder zie je dat het op zich normaal is dat er revisies zijn van de Amerikaanse banengroei, maar zo extreem als nu het geval is, kwam deze eeuw alleen in 2009 voor.
Kortom, het gaat slechter met de Amerikaanse arbeidsmarkt dan eerder werd geschetst en de vraag is wat voor gevolgen dat heeft voor de Amerikaanse consument. In eerdere bijdragen hebben we aangegeven dat die steeds meer leunt op schuldfinanciering via onder meer creditcards om de uitgaven op peil te houden, terwijl de spaartegoeden afnemen. Hoeveel rek zit daar nog in?
Onderliggend is voor de Amerikaanse economie de spanning tussen de industriële sector en de dienstensector van belang. In de onderstaande grafiek zie je dat de zogenoemde harde economische data (rode lijn) en de stemming onder onder inkoopmanagers in de industrie (groene lijn) neerwaarts bewegen. Daar staat een stijging van de vooruitzichten in de dienstensector (blauwe lijn tegenover).
Het blijft dus spannend of de Amerikaanse economie hiermee op een ‘zachte landing’ uitkomt.
Echter, er komt hulp van centrale banken die het monetaire beleid willen versoepelen. Hiermee worden problemen rond steeds maar uitdijende schulden in zowel de particuliere sector als bij de overheid vooruitgeschoven, maar voorlopig kunnen onder andere aandelen, obligaties en goud daar wel weer van profiteren.
AEX heeft moeite met technische hordes
Als we het technische beeld op de aandelenmarkt bezien, lijkt er op de korte termijn wel enige discrepantie te zijn tussen wat er in de VS gebeurt en bijvoorbeeld het beeld bij onze eigen AEX-index.
Afgelopen week keken we op verzoek van lezers naar de AEX. Hieronder geven we daar een kort vervolg aan. We benoemden drie hordes voor de korte termijn: de eerste betrof de groene lijn van het 50-daags voortschrijdend gemiddelde in de grafiek hieronder, gevolgd door de twee rode horizontale rode lijnen.
Wat blijkt? De Amsterdamse index heeft het al lastig met de eerste horde. Een terugval onder de grofweg 900 punten is niet wenselijk, tenzij dat leidt tot een hogere bodem. Dus even vinger aan de pols.
In de VS is het beeld voor de toonaangevende S&P 500 anders. Het herstel is al meer gevorderd, onder meer doordat de grote beursgiganten uit de techsector flink zijn hersteld. In de grafiek hieronder is te zien dat de S&P 500 inmiddels boven het 50-daags koersgemiddelde (groene lijn) noteert).
De afgelopen week is de S&P 500 per saldo niet echt opgeschoten, maar het moge duidelijk zijn dat de recordstanden van juli 2024 de eerste serieuze horde zijn. Ook hier is een beperkte terugval na het recente herstel niet erg, zolang dat maar in een hogere bodem resulteert.
Komende week zijn de ogen onder meer gericht op AI-chipmaker Nvidia die met de kwartaalcijfers naar buitenkomt. Aangezien Nvidia de onbetwiste aanvoerder van de AI-rally is dit jaar, zullen deze resultaten extra scherp worden gevolgd.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.
.